Het Haags Historisch Museum gaat grootschalig renoveren. Bij de ingrijpende verbouwing stelt het museum zich direct nieuwe doelen: meer bezoekers trekken, een verbindende rol op lokaal en regionaal niveau vervullen en een landelijk publiek trekken met boeiende en actuele onderwerpen. De collectie beslaat circa 13.000 objecten en 1.700 persoonlijke verhalen: van de tong en vinger van de gebroeders De Witt, via de kleurenfoto’s van verzetsfotograaf Wim Berssenbrugge tot protestborden van demonstraties van Extinction Rebellion op de A12.
De nieuwe entree van het museum ligt aan het Tournooiveld. Via de entree stapt de bezoeker de met daglicht gevulde ontvangsthal in, midden in het museumcomplex. De hal fungeert als een binnenplein dat het hele museum ontsluit, hiervandaan zijn de museumzalen bereikbaar. In de Verhalenkamer staan de stadsverhalen van gewone en bijzondere Hagenaren en Hagenezen centraal en wordt de verhalencollectie van het museum geïntroduceerd. De Schutterszaal is de grote zaal van de voormalige Sebastiaansdoelen met topstukken uit de collectie zoals Van Goyens enorme ‘Gezicht op Den Haag’ uit 1651. Een zaal verder wordt het verhaal verteld over de identiteit van Den Haag, stad van zand en veen. Topstukken van het museum zijn de poppenhuizen van jonkvrouw Lita de Ranitz, waarvoor een zaal wordt ingericht. Op de eerste etage zijn vaste opstellingen te vinden over onder andere 800 jaar Binnenhof. Ook biedt het nieuwe museumgebouw in nieuwe zalen ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen en een educatieve ruimte. Het compleet vernieuwde museum opent de deuren in het voorjaar van 2027.
- Eenmalige bijdrage 2024
-
€ 850.000,-